We
moeten Syrië wellicht niet meer voorstellen, sinds de “burgeroorlog”
daar losbarstte kent zo ongeveer de hele wereld het land op zijn minst
van horen zeggen. Maar we willen wel even terugkeren naar het begin van
die “burgeroorlog”, ergens in maart 2011. Toen sloegen politieke
islamisten, salafisten en andere radicale soennieten de handen in elkaar
om president Bashar al-Assad ten val te brengen. Variatie nummer zoveel
op wat de “Arabische Lente” werd genoemd, met dat verschil dat het
“vrije Westen” zich al snel met de zaak ging bemoeien door openlijk
partij te kiezen voor de “rebellen”, zelfs al was het voor iedereen
duidelijk dat die “rebellen” een zootje ongeregeld waren en over het
algemeen het soort ideologie beleden dat ook bijzonder populair was bij
de Taliban, al-Qaida, en andere “vrienden” van dat “vrije Westen”.
En
toch keek het “vrije Westen” verschrikt op toen een belangrijk deel van
de “rebellen” een andere agenda bleek te volgen dan het omverwerpen van
de regering van Assad. ISIS (ISIL), tegenwoordig IS, was namelijk,
zoals ook het geval was met de Moslimbroederschap in Egypte, vooral
geïnteresseerd in het vestigen van een religieuze dictatuur, niet in het
installeren van een democratie. Nadat de Syrische
presidentsverkiezingen op 3 juni van dit jaar Assad als overduidelijke
winnaar opleverden, begon ISIS dan ook aan het serieuze werk: de
vestiging van een eigen islamitische staat op het grondgebied van vooral
Syrië en Irak. Een idee dat voor degenen die er, rechtstreeks of
onrechtstreeks, voor zorgden dat de “rebellen” in kwestie aan geld en
wapens kwamen (in eerste orde het “vrije Westen” dus) nauwelijks als een
verrassing kan zijn gekomen gezien ISIS al werd opgericht in 2003 als
koepel van een aantal aan al-Qaida verbonden organisaties met als doel
“soennitische Irakezen te beschermen en de islam te verdedigen”. Pas in
2011 breidde de organisatie haar werkterrein uit naar Syrië en
veranderde zijn naam van “Islamitische Staat in Irak” naar “Islamitische
Staat in Irak en Syrië” (of “Islamitische Staat in Irak en de Levant”).
Dat
de “rebellen” van ISIS (in juni hernoemd tot IS, Islamitische Staat)
Irak pas binnenvielen een keer ze groot geworden waren in Syrië is dus
volkomen onzin. ISIS ontstond in Irak, meer bepaald in het Irak dat
bezet was door de troepen van de “Stabilization Force Iraq” onder
leiding van de Verenigde Staten. Als de Amerikaanse president Obama of
zijn staatssecretaris John Kerry nu dus vertellen dat ze misschien Syrië
gaan binnenvallen om IS aan te pakken met als reden dat “wij gaan doen wat zij [de Syrische regering] niet hebben gedaan”,
dan is dat een flagrante leugen, tenzij daarmee bedoeld wordt: de
(zoveelste) vijand aanpakken die we zelf gecreëerd en vervolgens ook nog
eens bewapend hebben.
Er
is echter meer: de regering van de Verenigde Staten zoekt wel degelijk
naar een “wettige” reden om Syrië binnen te vallen (zie weerom hier)
en Syrië heeft al laten weten dat dat een schending zou betekenen van
de internationale rechtsregels en het VN-handvest (dat stelt dat het
grondgebied van een VN-lidstaat slechts mag geschonden worden met de
toestemming van dat land of de toestemming van de VN-veiligheidsraad,
die er niet zal komen aangezien Rusland het niet eens is met zo’n aanval
en Rusland een vetorecht heeft in die VN-veiligheidsraad), maar achter
de schermen schijnen Assad en Obama intussen samen te werken.
Achter de schermen, inderdaad, en via een derde partij (volledig artikel hier).
Die zou van de Amerikanen informatie over de bewegingen van
IS-konvooien, vergaderingen, wapenopslagplaatsen en dergelijke krijgen
en deze vervolgens doorspelen naar de Syrische regering, die dan met die
informatie aan het werk kan om IS aan te pakken in Syrië. Wie die derde
partij is, is niet duidelijk, maar mogelijke kandidaten zijn Iraakse
veiligheidsdiensten, Russische of Duitse onderhandelaars of een
gemeenschappelijk hoofdkwartier opgezet in de Koerdisch-Iraakse stad
Erbil. Volgens andere bronnen
gaat de informatie inderdaad via de Iraakse regering naar de Syrische
regering en zou er gisteren nog een ontmoeting geweest zijn tussen Faleh
al-Fayad, de Iraakse nationale veiligheidsadviseur, en Assad.
Dat
de legitieme regeringen van Irak en Syrië ter zake met elkaar zouden
praten is ook niet meer dan logisch: ze hebben met IS duidelijk een
gemeenschappelijke vijand die het beste gemeenschappelijk wordt
aangepakt.
Dat
de Amerikaanse regering intussen ontkent op wat voor niveau dan ook te
spreken met de Syrische regering kan eenvoudig verklaard worden door
enerzijds het feit dat het psychologisch nogal moeilijk is degene die
gisteren als vijand werd afgeschilderd nu weer als vriend te verkopen en
anderzijds het gegeven dat de “rebellen” van IS wellicht ten dele
gesponsord worden vanuit Saoedi-Arabië en Qatar (dat eerste land behoort
nog steeds tot de bondgenoten van de Verenigde Staten, in dat tweede is
sinds 2003 - na de verhuis daarvan uit Saoedi-Arabië - een Amerikaanse militaire basis gevestigd).
Dat
Amerikaanse troepen wel degelijk Syrië zouden kunnen binnenvallen
zónder daarbij op effectieve tegenstand van de Syrische regeringstroepen
te stuiten, is ten eerste niet meer dan logisch – IS zit aan de Iraakse
kant van Syrië, een kant die de Syrische regering niet in handen heeft –
en zou ten tweede de Syrische regering kunnen helpen in het bestrijden
van de “rebellen”. Die “rebellen” zouden dan immers van twee kanten
worden aangevallen, wat voor de regering in Damascus een aangename
verandering zou zijn.
Sommigen claimen
dat een inval van Amerikaanse troepen ook wel eens de bedoeling zou
kunnen hebben Damascus in de tang te nemen tussen “rebellen” verzameld
nabij de Israelische grens en “rebellen” en Amerikaanse troepen komend
uit Irak. Dat lijkt ons echter bijzonder sterk gezien de bedenkers van
die theorie er ook van uitgaan dat Israel zich openlijk zou engageren in
die oorlog en vergeten dat de Amerikaanse regering géén internationale
steun zal krijgen voor het zelf uitvoeren van een “regime change” in
Damascus.
En
dan is er natuurlijk nog de Syrische regering: die ziet uiteraard geen
bezwaar in de mogelijkheid dat de binnenlandse vijanden voor de
verandering niet meer gesteund zouden worden door de VS (iets waar
bijvoorbeeld John McCain wel nog steeds voor pleit),
maar probeert de niet-officiële samenwerking tussen de Amerikaanse
regering en de Syrische regering ook officieel te maken om achteraf niet
in de rug geschoten te worden.
Interessant
spelletje wordt daar gespeeld in Syrië … Bijna zo interessant als de
spelletjes die gespeeld worden tussen de rivaliserende partijen in de gratis prequel op De Maier-Files :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten