Deze
morgen namen we bij het ontbijt Rekto:verso, een Vlaams “tijdschrift
voor cultuur & kritiek”, ter hand en lazen daar: “Ik vind Jommeke
een geslaagd cultuurproduct voor kinderen. Daarvan liggen meer dan
vijftig miljoen albums in de Vlaamse kasten! Natuurlijk is de drager, de
strip, nu volledig uit de tijd, maar het blijft iets wat kinderen
boeit.”
Los
van het feit dat de auteur van de uitspraak kennelijk van oordeel is
dat iets alleen maar een “geslaagd cultuurproduct” is als er sprake is
van een gigantische verkoop (en vijftig miljoen albums van een
stripserie ís in Vlaanderen inderdaad gigantisch), meent hij dus ook dat
strips, het “cultuurproduct” waarmee wij van De Maier-Files bezig zijn, “passé” zijn. Uit de tijd, overleden, voorbij, dood.
De
auteur van de uitspraak zegt er niet bij waaróm hij dat denkt, maar wij
vonden het toch wel een beetje verbazingwekkend. Niet alleen omdat wij
persoonlijk andere ervaringen hebben, maar ook omdat zélfs de
commerciële wereld waarvan de auteur van de uitspraak een exponent is
hem daarin tegenspreekt. Terwijl immers de algemene boekenverkoop in
Vlaanderen in de tweede helft van 2013 een stevige daling kende, stéég
de verkoop van strips in diezelfde periode met 10 procent.
Maar
misschien zaten er in de top twintig van de stripverkoop niet genoeg
producten van de firma die de auteur van de uitspraak vertegenwoordigt
als CEO ? Die auteur heet namelijk Hans Bourlon en is de grote pief van …
Studio 100, een firma die bijna op zijn eentje verantwoordelijk is voor
alle TV-programma’s voor kinderen die in Vlaanderen worden uitgezonden.
TV-programma’s die ook spin-offs hebben in de vorm van, inderdaad,
strips over Kabouter Plop, Piet Piraat, Samson en Gert, en Big en Betsy.
Ach
wat, wat we verder in hetzelfde interview lazen, stelde ons gerust:
Hans Bourlon blijkt wel eens vaker uit zijn nek te kletsen. Hij zei
namelijk onder andere ook nog: “Wij hebben nu in Flying Bark, onze
Australische tekenfilmstudio, een serie in de maak over een koala,
Blinky Bill, maar een koala leeft alleen in een paar Europese
dierentuinen en in Australië. Dan heeft Maya de Bij een
gigantisch voordeel: je hebt bijen over de hele wereld, en nergens met
een religieuze connotatie, wat voor een dier eerder uitzonderlijk is.”
“Nergens
met een religieuze connotatie”, meneer Bourlon ? De Minoïsche godin
Potnia werd al aangeduid als “de zuivere moederbij”, haar priesteressen
werden “Melissa” (ofte “bij”) genoemd, net zoals de priesteressen van
Artemis en Demeter en de orakels van Delphi. Volgens de San, een volk
dat in de Kalahari woont, is een bij verantwoordelijk voor het ontstaan
van de eerste mens, in de Egyptische mythologie ontstonden bijen uit de
tranen van de god Ra, bij de Hindoes is de koord van Kamadeva’s boog
gemaakt van bijen, bij het Oegandese Bagandavolk kwam Nambi als bij
Kintu de eerste mens te hulp. Bij de oude Grieken was Aristaeus de
bijengod, in de koran wordt er een soera aan gewijd, in de Joodse
midrasj worden de Joden vergeleken met bijen, en dat zowel de bij als de
bijenkorf bekende symbolen zijn in het katholicisme is algemeen
geweten.
We
zijn zelf niet zo religieus aangelegd, maar zouden durven suggereren
dat Hans Bourlon – mocht hij dat wél enigszins zijn – zich eens richt
tot Onze Lieve Vrouw ter Bijen en haar om wijsheid verzoekt …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten